Van fotorolletje tot megapixel

De geschiedenis van analoge fotografie

Analoge fotografie is weer helemaal hot! Vintage is hip en oude verhalen zijn het helemaal. Daarom bieden wij hier een tijdlijn aan. Geen Facebooklijn, maar een ouderwetse geschiedenistijdlijn.

Ontdek hoe de fotografie zich ontwikkelde in de loop der jaren. Je kunt fotografie zien als de opvolger van de schilderkunst en de voorloper van de film. Reis met ons mee terug in de tijd: van fotorolletje tot megapixel.

De eerste foto | Scherpe foto's | De eerste kleurenfoto | Spiegelreflex voor consumenten | Kleurenfoto's op de marktScanners & digitale camera's | Adobe PhotoshopSmartphones en camera'sSociale Media

1816: de eerste optische foto

Joseph Niépce maakte de eerste optische foto, nadat hij enkele jaren experimenteerde. Hij stelde een plaat met lichtgevoelig materiaal bloot aan licht in een camera obscura. De camera obscura is de voorganger van de fotografie (en bestaat al sinds de 4e eeuw voor Christus, Aristoteles schreef er al over). Dit was een donkere kamer of doos met een klein lichtgaatje. Door het gaatje verscheen een omgekeerde weergave van de buitenwereld op de muur. Deze weergave werd door schilders nageschilderd en overgetrokken. Zodra het licht uitging, verdween de weergave.

Joseph Niépce bedekte de plaat in zijn camera obscura met bitumen (een soort asfalt). Hij liet er het licht ruim 8 uur op schijnen. Er ontstond een gebrande afdruk. Dit was de eerste foto! Deze foto laat het uitzicht zien vanuit Niépces werkkamer op het landgoed Le Gras in de Franse gemeente Saint-Loup-de-Varennes in de Bourgogne, Frankrijk. De techniek die Niépce toepast, noemde hij ‘Heliografie’.

Samenvattend zou je kunnen zeggen dat hij de camera obscura van een lichtgevoelige achterwand voorzag.

1839: Daguerre maakt de eerste scherpe foto

Daguerre toonde zijn uitvinding aan de Franse academie van wetenschappen in Parijs. Hij verbeterde Niépces methode en maakte gebruik van een type plaat (de daguerreotypie) die met bepaalde stoffen werd bedekt. De (haarscherpe) foto kwam tevoorschijn als je de plaat met een ander stofje bedekte (later ontwikkelen genoemd).

Na een tijdje werd deze methode weer verbeterd. Het was nu mogelijk om de plaat te vervangen door papier, waardoor er een papieren afdruk ontstond. De fotografie bleef steeds maar veranderen. Zo werd het mogelijk om de foto te fixeren en zorgde de introductie van de lens ervoor dat de sluitertijd verkleind werd.

Vooral de Hongaarse Petzval-lens (verscheen in 1840) met een F-waarde van 3.5 verkortte de sluitertijd.

De lenzen werden in de loop der jaren steeds scherper en lichtgevoeliger. Hoe dan ook zou je kunnen zeggen dat de (basis van de) fotografie bestaat uit drie zaken: de camera, het objectief en het systeem om de afbeelding vast te leggen en houdbaar te maken. Het blijft magisch dat je een fragment van de werkelijkheid kunt vertalen naar een fysiek beeld.

In de periode 1841-1850 werd het negatief uitgevonden. Er is niet één specifiek jaartal gekoppeld aan deze uitvinding. Dankzij het negatief werd het mogelijk om hetzelfde beeld meerdere keren af te laten drukken.

1861: De eerste kleurenfoto

Clerk Maxwell vond de kleurenfoto uit, wat weer voor heel veel meer mogelijkheden zorgde. Voorheen werden foto’s meestal met de hand ingekleurd (photochrome procedé), maar dat was nu niet meer nodig. Hierdoor werd het bewerkingsproces een stuk efficiënter.

Aan het begin van de 20e eeuw kwam de eerste redelijk betaalbare camera uit: de Brownie van Kodak. Je kon deze camera in je hand houden en gemakkelijk meenemen. Vanaf nu kon iedereen zelf foto’s maken. Al snel verschenen er wereldwijd soortgelijke camera’s.

1930: Er kwamen 35mm-negatieven. Deze negatieven worden nog steeds in analoge camera’s gebruikt. In deze periode tot aan het jaar 2000 werden foto’s over het algemeen in doka’s (donkere kamers) ontwikkeld zowel door professionals als door hobbymatige fotografen. Daarbij maakte je gebruik van dompelbadjes en rood licht.

De eerste spiegelreflexcamera's voor consumenten

1940: De eerste spiegelreflexcamera’s waren beschikbaar voor de consument. Deze camera met klapbare spiegel brengt het licht naar het negatief (de sensor). De spiegel klapt open op het moment dat de lens open staat om het licht op negatief te laten vallen. De spiegel zorgt ervoor dat de fotograaf door de zoeker ziet wat hij gaat fotograferen.

 

Kleurenfoto's voor consumenten

1960: In deze periode werden de eerste kleurenfoto’s voor consumenten gemaakt (al in de jaren ‘30/’30 werd ermee geëxperimenteerd).

Het duurde even voordat het mogelijk werd voor iedereen om kleurenfoto’s te maken. Eerder lukt het niet om de kleur rood in beeld te brengen. Foto’s zagen er daardoor niet realistisch uit. En weet je wat de oplossing was voordat kleurenfoto’s toegankelijk werden? Zwart-wit-foto’s werden met de hand ingekleurd. Een hele kunst. Het inkleuren van foto’s was echt een vak apart. 

De jaren 60 en 70 van de 20e eeuw: Ondanks dat er kleurenfoto’s mogelijk waren, hielden nog veel mensen zich bezig met zwart-wit-fotografie. De kwaliteit liet nog te wensen over, de afdrukken waren kostbaar en de kleurenfoto’s verkleurden ook snel door de inwerking van het zonlicht. Gelukkig kwamen er al snel verschillende soorten fotorolletjes en camera’s op de markt, waardoor er steeds meer voor kleur gekozen werd.

In deze periode introduceerde Polaroid de eerste direct-klaar-camera met het kenmerkende beeldformaat. Hiermee kon je meteen het resultaat van je foto zien, aangezien je je foto meteen afdrukte na het moment van schieten.

 

De jaren 80 van de 20e eeuw: De eerste elektronische scanners en digitale camera’s kwamen op de markt. Vanaf dat moment werd digitale fotografie populair. Er verschenen steeds verder ontwikkelde camera’s met meer megapixels. Er waren steeds professionelere foto’s mogelijk die je snel kon bekijken en ontwikkelen.

1990: Adobe Photoshop kwam op de markt, de standaard voor digitale fotobewerking en de vervanging van de donkere kamer. Het werd gemakkelijker om foto’s te bewerken.

 

2004: Al een tijdje waren er smartphones waarmee je foto’s kon maken. Vanaf 2004 was er bijna geen telefoon meer te vinden waarmee dit niet mogelijk was.

2021: We denken steeds meer in beelden en delen ze steeds meer op onze social media-kanalen. Een fotootje is zo gemaakt, of je hem nu maakt met een digitale, analoge of een smartphone camera.

De fotografie is nog volop in ontwikkeling. Er komen steeds weer nieuwe camera’s uit met nieuwe functies. Tegelijkertijd zijn ook occasions weer volop in gebruik. De analoge fotografie is zeer populair. Zo bestaat er een tijdschrift dat volledig in het teken staat van deze fotografievorm: www.whattaroll.com. Zoek maar eens via de hashtags op Instagram naar analoge fotografie en lomografie en je ziet hóe vaak deze termen gebruikt worden tegenwoordig. Niet voor niets kom je deze zin op de website van veel analoge fotografen tegen: “why film is not dead!”

Al met al blijft licht een hoofdrol spelen binnen de fotografie. Je hebt licht nodig om de foto te belichten. Dat geldt voor zowel analoge als digitale fotografie. De manier waarop Niépce destijds te werk ging, is nog steeds het principe van fotograferen. Het gaatje van de doos is nu de lens en de lichtgevoelige achterwand is de lichtgevoelige elektronische sensorchip geworden.

What’s next?

Bij Kamera Express blijven wij de nieuwste foto-ontwikkelingen en -trends uiteraard volgen, als bedrijf met foto-expertise en een grote fotopassie. Wat zal de nieuwste toevoeging op de fotogeschiedenistijdlijn zijn? Wij zijn net zo nieuwsgierig als jij en houden je op onze website en social media-kanalen (Facebook en Instagram) op de hoogte van nieuwe producten en trends.

Wil je meer weten over dit onderwerp? Bekijk dan de boeiende serie van het George Eastman Museum over het ontstaan van de fotografie. 

Lees ook ons interview met Ton Hermans, de 90-jarige fotograaf die jarenlang met analoge camera’s te werk ging. Maar leeftijd zegt niks natuurlijk, ook de jonge fotograaf Jawad werkt analoog.

< Terug naar het overzicht