Wil jij beginnen met modelfotografie, maar weet je niet zo goed hoe? We helpen je graag op weg met handige tips en tricks! Of je nu kiest voor een portretfoto van een familielid, een modieuze fashionfoto of een foto van je huisdier: het valt allemaal onder modelfotografie. We hebben voor het gemak de tips opgedeeld in vier categorieën: tips voor modelfotografie, portretfotografie en belichting. Ten slotte hebben we ook wat handige tips voor je gear! Wie ga jij op de foto zetten?
Een goede voorbereiding is het halve werk. Zorg daarom dat je van tevoren goed weet wat je wil vastleggen en wat het doel van de shoot is. Hiervoor kun je bijvoorbeeld een moodboard samenstellen. Dit is niet alleen fijn voor jou als fotograaf, maar ook voor je model. Bedenk van tevoren bijvoorbeeld welke poses je wil vastleggen en hoe de styling eruit moet zien. Als je alles hebt volgens plan hebt geschoten, is er vaak ook nog genoeg ruimte en tijd over om te improviseren!
Heb je nog geen ideeën? Lees dan is dit artikel met acht creatieve portretideeën!
Je kunt je vast wel voorstellen dat het in het begin best awkward kan zijn voor een model om voor de camera te staan. De meeste modellen moeten daarom even opwarmen voor ze echt loskomen bij een fotoshoot. Houd hier rekening mee met de planning en geef je model hier ook de tijd voor. Als je ervoor zorgt dat je model zich op het gemak voelt, zie je dit terug op het eindresultaat.
Modelfotografie is een brede specialisatie. Dit nodigt jou als fotograaf uit om eens lekker te experimenteren! Varieer bijvoorbeeld eens met je modellen: van kinderen en huisdieren tot volwassenen en koppels. Daarnaast kun je eens experimenteren met verschillende perspecteiven, de belichting, je instellingen én je nabewerking. Experimenteer tot je het type modelfotografie hebt gevonden dat je aanspreekt en groei hierin uit tot een expert.
Er zijn al veel modelfotografen, daarom is het belangrijk dat je beelden opvallen tussen die van anderen. Het creëren van een eigen stijl en consistentie kan daar al voor zorgen. Veel fotografen werken met presets in hun nabewerkingen. Zo krijgt elke foto eenzelfde uitstraling of gevoel mee, waardoor je werk én je stijl goed te herkennen is.
Veel modelfoto's zijn ook portretfoto's, daarom geven we ook vier handige tips voor portretfotografie. Het schieten van een origineel en creatief portret lijkt namelijk soms moeilijker dan het is. Zo kun je spelen met het perspectief, de compositie, maar je kunt ook gebruik maken van verschillende lenzen en dieren in beeld brengen.
Wanneer je kijkt naar een portretfoto, kijk je meestal eerst naar de ogen van degene op de foto. Het is daarom belangrijk dat de ogen scherp zijn. Omdat portretfoto’s vaak met een groot diafragma geschoten zijn, worden delen snel onscherp. Voor de achtergrond is dat prima, maar het gezicht moet juist scherp zijn. Door op de ogen scherp te stellen, krijg je de meest optimale scherpte voor een mooie foto. Let wel op dat met een groot diafragma de oren en het puntje van de neus van je model onscherp kunnen worden.
Soms leiden de kleuren op een portretfoto alleen maar af. Daarom kan het interessant zijn om je foto's eens zwart-wit te maken. Hierdoor gaat alle aandacht in de foto naar de lijnen en contrasten in de foto. Wanneer je kiest voor zwart-wit moet je wel goed letten op de belichting. Bij zwart-wit valt het namelijk meer op als het licht te fel is of er ongewenste schaduwen zijn vanwege de diepe contrasten. Veel camera’s kunnen direct in zwart-wit fotograferen, maar we adviseren om je beelden pas in zwart-wit te zetten in de nabewerking. Op die manier kun je altijd ook nog kiezen voor een kleurenfoto.
Net als bij alle soorten fotografie is bij portret- en modelfotografie compositie belangrijk. Bij portretfotografie biedt de regel van derden vaak een uitkomst. Door de ogen van je model op de bovenste lijn te houden en je model links of rechts te positioneren, kun je al snel een goed en klassiek portret schieten, waardoor de kijker als het ware oogcontact maakt met het model. Let wel op dat je niet te veel vasthoudt aan de regels, door af te wijken creëer je misschien wel je eigen stijl!
Ook dieren kunnen model staan voor je foto's! Dit is vaak wel een uitdaging, omdat dieren onverwacht kunnen reageren op een camera en fotograaf. Begin daarom eens met een lens met een langere brandpuntsafstand zodat het dier eerst kan wennen. Is een dier juist erg bewegelijk? Kies dan voor een zoomlens, zodat je snel kunt scherpstellen en schakelen, zonder dat jij je hoeft te verplaatsen. Gebruik in deze situatie ook een zo kort mogelijke sluitertijd om bewegingsonscherpte te voorkomen.
Harde schaduwen, knijpende ogen en uitgelichte rimpels: de belichting van je modelfoto's is enorm belangrijk. Daarom geven we vier handige tips, zodat jij voorbereid bent op elke lichtsituatie.
Bij modelfotografie kun je meestal het beste kiezen voor een zacht, diffuus licht. Het zou vervelend zijn als je er na een dag lang foto's maken achter komt dat het model vervelende en afleidende schaduwen in het gezicht heeft door het gebruik van hard licht. Naast dat harde schaduwen er soms raar uit kunnen zien, versterken ze ook rimpels in het gezicht en komen er te grote contrastverschillen in de beelden. Dit kan de aandacht behoorlijk afleiden. Gebruik daarom eens een softbox op je lamp of flitser. Deze verzacht het felle licht, waardoor je een gelijkmatige en zachtere belichting van het model krijgt.
Wanneer je buiten fotografeert, houd dan rekening met de zon. Een felle zon kan namelijk zorgen voor te veel licht en harde schaduwen. Probeer daarom direct zonlicht op je model te vermijden. Naast dat het felle licht nadelig kan zijn voor je beelden, is het ook niet fijn voor het model om in het licht te moeten kijken. Het kan interessant zijn om eens met tegenlicht te fotograferen. Dit kan voor toffe effecten zorgen! Anders kun je ook het zonlicht met een diffuus doek blokkeren. Wolken kunnen het licht ook breken en verzachten. Een lichtbewolkte dag is dus prima voor modelfotografie!
Voor slechts een korte tijd geeft de natuur elke (zonnige of lichtbewolkte) dag de mooiste belichting voor foto’s. Vlak voor de ondergang en kort na de opkomst staat de zon laag genoeg om geen harde schaduwen van bovenaf te geven en hoog genoeg om voor een zachte belichting te zorgen. Dit licht heeft een warme gloed en een mooi effect geeft op je foto’s. Dit moment staat onder fotografen bekend als het Golden Hour.
Als je een foto maakt met het licht direct van voren krijg je al snel een plat beeld waarbij je model in de achtergrond verdwijnt. Om dit op te lossen kun je gebruik maken van belichting achter het model. Schijn eens een kleine lamp of minimale flits op de contouren van het model, zodat deze van de achtergrond komt en er meer diepte ontstaat in de beelden. Het model wordt hierdoor geïsoleerd en valt meer op.
Model? Check! Moodboard? Check! Alleen nog de juiste gear en instellingen. We geven vier handige tips, zodat jij de juiste gear bij je hebt, denkt aan de beste instellingen en aan de slag kunt met de nabewerking. Wil je meer weten over de absolute musthaves voor modelfotografie? We vertellen je alles in dit artikel.
Een veel gebruikte brandpuntsafstand voor portretten is 85mm. Deze lenzen worden daarom vaak portretlenzen genoemd. Een groothoeklens kan het beeld vervormen en een telelens kan de diepte uit het gezicht halen. De 85mm is daarom een perfect formaat. Deze objectieven zorgen voor een mooie diepte en details. Daarnaast kun je met deze lens op een redelijke afstand staan van het model, waardoor je meer bewegingsvrijheid hebt. Naast de 85mm wordt de 50mm lens ook veel gebruikt bij modelfotografie.
Het komt niet vaak voor dat de geschoten foto ook het eindresultaat is. Door de (RAW) bestanden na te bewerken, kun je bijvoorbeeld de kleur en belichting aanpassen. Daarnaast kun je met programma's als Lightroom of Photoshop (Elements) delen van de foto extra aandacht geven. Probeer bij een portretfoto bijvoorbeeld de ogen iets meer kleur of helderheid te geven. Deze zullen er dan uitspringen, waardoor het model nog beter naar voren komt. Daarnaast kun je ook oneffenheden wegpoetsen als dat gewenst is. Let wel op: het valt vaak op wanneer een foto te veel bewerkt is. Bewerk dus met mate.
Door het diafragma zo groot mogelijk te maken, krijgen je foto’s een sterke scherptedieptewerking. Dit werkt vaak goed voor modelfotografie! Het model wordt dan geïsoleerd door de onscherpte van de achtergrond. Zet dus eens je diafragma op het laagst mogelijke getal van je lens. Lenzen met een f-stop van f/2.8 of zelfs f/1.4 zijn erg populair door de bokeh die deze opleveren.
Door flitsers mee te nemen naar je shoot, kun je het licht altijd naar je hand zetten. Kies bijvoorbeeld voor een reportageflitsers. Deze zijn vaak gemakkelijker mee te nemen dan lampen en geven veel meer licht per foto. Let met flitsen wel op dat je de beelden niet overbelicht en probeer direct flitslicht zoveel mogelijk te vermijden in verband met harde schaduwen. Je kunt harde schaduwen ook voorkomen door een diffuuskap te gebruiken. Net als een softbox zorgt deze voor een zachtere overbrenging van het licht.