Tip 1: Probeer niet op te vallen

Het is misschien makkelijker gezegd dan gedaan, maar het is erg belangrijk voor het maken van een goede straatfoto. Mensen gaan zich simpelweg anders gedragen als zij realiseren dat er foto's gemaakt worden en dan mis je spontane momenten. Het mooiste van spontane foto's is dat je kunt zien hoe de persoon in werkelijkheid is.

Tip 2: Let op de compositie

Een straatbeeld kan erg druk en vol zijn, waardoor je aandacht alle kanten op getrokken wordt. Op straat is namelijk van alles te zien en dit zorgt al snel voor onrustige en drukke foto's. Het is dan ook belangrijk om rust in de chaos te creëren door te focussen op een duidelijk onderwerp. Dit kun je bijvoorbeeld doen door de achtergrond onscherp te maken.

Tip 3: Kies ook eens voor zwart-wit

Straatfotografie leent zich perfect voor zwart-wit foto's. Daar is een goede reden voor: op straat zijn enorm veel kleuren terug te zien, iets wat makkelijk kan afleiden van het onderwerp. Bewerk de foto daarom in zwart-wit en je zult zien dat het beeld rustiger wordt. Zo gaat de focus volledig naar het object wat je fotografeerde. Maak de foto's wel gewoon in kleur en (indien mogelijk) in RAW. Zo heb je in de nabewerking meer mogelijkheden en kun je altijd switchen naar kleur als je dit mooier vindt.

Tip 4: Experimenteer met jouw instellingen

Een lange sluitertijd kan ervoor zorgen dat het straatbeeld dynamisch wordt. Denk bijvoorbeeld aan een auto die voorbij raast, waardoor je bewegingsonscherpte creëert. Je kunt ook kiezen voor een korte sluitertijd, waardoor je beweging juist bevriest. Dit kan weer erg handig zijn voor het fotograferen van mensen waar je alle details wilt zien. Kijk daarnaast naar het diafragma. Wil je alles op de foto scherp of is is er een punt waar je de focus op wilt leggen? Mogelijkheden genoeg.

Tip 5: Doe inspiratie op

Oefening baart kunst, maar het is zeker niet onverstandig om te kijken naar hoe andere fotografen het aanpakken. Er zijn talloze straatfotografen die allemaal hun eigen benadering en werkwijze hebben. Denk bijvoorbeeld aan Maarten van der Voorde, Bas Losekoot of Joeri van der Kloet. Als je jezelf hier wat meer in verdiept, krijg je een beter beeld van wat er allemaal mogelijk is met straatfotografie en kun je er bovendien mee oefenen.

Tip 6: Ken de regels

Erg belangrijk bij straatfotografie is weten wat je wel en niet mag fotograferen. Op straat of in openbare ruimtes heb je toestemming om vrij te fotograferen, maar in een gebouw of winkel ben je gebonden aan de huisregels. Het maken van portretten ligt iets ingewikkelder. Het is mogelijk om portretten op straat te maken, maar het publiceren daarvan is een ander verhaal. Hiervoor moet toestemming worden gevraagd aan degene die je fotografeert.

Tip 1: Kies een specifiek moment

In de meeste gevallen is het beste moment om te fotograferen met de zonsopkomst en de zonsondergang. Hierdoor zorg je ervoor dat strakke gebouwen een warme sfeer krijgen. Ook nadat de zon onder is gegaan, kun je mooie foto's maken. Door met een lange sluitertijd te spelen, krijg je mooie effecten in de lucht en brengt de LED of neonverlichting de gebouwen tot leven. 

Tip 2: Welke instellingen?

De juiste instellingen zijn bij architectuurfotografie erg belangrijk. Werken met een lange sluitertijd kan bijvoorbeeld erg mooie effecten geven. Denk bijvoorbeeld aan wolken boven een stad die compleet vervaagd zijn of het water van een rivier die compleet egaal gemaakt is door het gebruik van een lange sluitertijd. Controleer ook altijd even of je camera wel recht staat.

Tip 3: Wederom compositie

Net als bij straatfotografie is ook bij architectuurfotografie compositie erg belangrijk. Het is handig om het object dat je wilt fotograferen goed te leren kennen, zodat je vanaf de juiste plek de foto kunt maken. Maar ook je eigen standpunt is belangrijk. Een gebouw kan erg imposant ogen als het van onder gefotografeerd wordt, maar het kan ook een leuk effect geven door juist van boven te fotograferen. Architectuur kan ook hele mooie details bevatten die je vast kunt leggen. Zoek naar patronen of bepaalde lijnen die de foto creatiever maken.

Tip 4: Fotografeer reflecties

In plaats van het gebouw direct te fotograferen, kun je ook kijken of het gebouw ergens wordt gereflecteerd. Dit is een creatieve manier van fotograferen, maar de resultaten zijn het in de meeste gevallen zeker waard. Met reflecties zorg je er namelijk voor dat de foto interessanter wordt, geef je extra dimensie aan het beeld of versterk je de compositie. Hoe pak je dit aan? Ga op zoek naar plassen na een regenbui of kijk als er water in de buurt is of daar gebouwen worden gereflecteerd. Het is dan wel belangrijk dat er weinig wind staat.

Tip 5: Denk aan vertekening

Als je met een groothoekobjectief fotografeert en de camera naar boven richt, krijg je te maken met vertekening. Dit houdt in dat het lijkt of gebouwen scheef staan. Dit kan erg vervelend kan zijn voor de architectuurfotograaf. Dit effect kan tegen worden gegaan door gebruik te maken van een tilt-shift objectief. Geen tilt-shift objectief in huis? Fotografeer dan vanaf een hoger punt. Als laatste redmiddel kun je ook tijdens de nabewerking gebouwen recht zetten. Hierbij moet je wel nadenken over je compositie, zodat je na de bewerking nog kunt 'croppen'.

Tip 6: Zorg voor de juiste spullen

Met architectuurfotografie is een fisheye- of groothoeklens een must. Vaak moet je werken in krappe ruimtes en hiermee kun je het gehele gebouw in beeld krijgen. Als je je meer richt op details, lijnen of patronen is een zoomobjectief aan te raden. Zo kun je inzoomen op een specifiek punt en geef je een creatieve draai aan de foto. Als je in de vroege ochtend, avond of nacht fotografeert, is het verstandig om een statief mee te nemen voor extra stabiliteit. Wil je hinderlijke reflecties voorkomen? Vergeet dan vooral je polarisatiefilter niet.