11 tips voor studiofotografie 

“Ik werk het liefst in een studio. Het isoleert mensen van hun omgeving. Ze worden in zekere zin… symbolisch voor zichzelf”, zei de Amerikaanse fashion- en portretfotograaf Richard Avedon ooit. “Als ik mensen fotografeer stopt de tijd. We delen dan een kort moment van intense intimiteit. “

Wil je dit gevoel ook ervaren? Met deze 11 tips kun je je studiofoto’s verbeteren. De tips en tricks gaan over materiaalgebruik, de omgang met het model, rekwisieten, muziek, styling, instellingen en tethered shooten.

Materiaal | Omgang met het model | Rekwisieten en muziek | Styling | Instellingen


Materiaal

Tip 1. Gebruik een lichtmeter

Goede belichting is de basis van elke foto. Een lichtmeter geeft geen garantie op een goed resultaat, maar is wel een perfect hulpmiddel om de juiste belichtingsinstellingen te krijgen.

De ingebouwde lichtmeter van de camera is niet altijd voldoende, die heeft het soms mis. Daarom is het handig om een externe lichtmeter te gebruiken.

Portretfotograaf Brendan de Clercq is fan van lichtmeters: "Meten is weten. Ik wil weten wat mijn licht doet. Dan hoef ik me daar niet druk om te maken en kan ik me focussen op het creatieve gedeelte."

Tip 2. Reflectieschermen 

Reflectieschermen zijn handig om te gebruiken in de studio. Met een reflectiescherm is het namelijk mogelijk om licht te laten weerkaatsen op het onderwerp van de foto en zo schaduwen aan te brengen of juist te verwijderen. Wanneer er bijvoorbeeld een set-up is met slechts één lamp, kun je met een reflectiescherm schaduwen invullen met behulp van een reflectiescherm. 

Door het plaatsen van een scherm kan het licht van een flitser, een lamp of de zon worden weerkaatst en zo beter worden verdeeld over het onderwerp, wat over het algemeen een prettiger beeld geeft.

Tip 3. Lampen

Fotografen Toonen en Wientjens vinden dat je niet veel lampen nodig hebt om een goede foto te maken. Het tweetal, dat onder meer fotografeert voor Playboy, is niet bang voor schaduwen op hun foto’s. "Het maakt een foto spannender, omdat je zelf de onderbelichte delen kan invullen. Wij maken de meeste foto’s met één of twee lampen en/of een reflectiescherm.”

Ze raden aan om eens te beginnen met één lamp en daar mee te spelen. Je ziet wel wat er gebeurt. Als je direct meerdere lampen en lichtbronnen gaat gebruiken, kan dit voor verwarring zorgen.

Tip 4. Tethered in de studio

Portretfotograaf Richard Terborg geeft aan dat het handig kan zijn om ‘tethered te shooten’ in de studio. Dit houdt in dat er een kabel van je camera naar je computer gaat. “Dit kan bijvoorbeeld helpen bij het instellen van je lampen. Je ziet dan meteen hoe alles eruit komt te zien.”

Maar het kan je model ook helpen, zegt de fotograaf. Ze zien immers gelijk hoe ze op de foto staan en wat anders kan. “Ik gebruik in mijn studio bijna altijd een tether-kabel naar mijn laptop. Na een fotosessie kunnen we dan gelijk even de foto’s bekijken. En als het nodig is, zien we gelijk tijdens een shoot wanneer we dingen aan moeten passen.”

 

Omgang met het model

Tip 5. Ga voor natuurlijke poses

Tijdens een shoot geeft een fotograaf vaak aan in welke pose die een model wil zien. Fotografenduo Hans Toonen en Hans Wientjens geven de tip om het vooral niet te ingewikkeld te maken. “Ga voor stijlvolle, natuurlijke poses.”

Loop je vast en heb je geen inspiratie meer? “Laat je model dan eens een pose maken die zij gaaf vindt, dat kan jou weer op het idee van nieuwe poses brengen.” Voor originele foto’s is het ook belangrijk dat een fotograaf ook zelf beweegt. “Links, rechts, door de knieën, van bovenaf. En laat je model niet altijd in de camera kijken, maar bijvoorbeeld eens eroverheen, richting de lamp of naar een denkbeeldig persoon in de ruimte."

Tip 6. Respecteer het model 

Elke studiofotograaf zal beamen dat het belangrijk is om te praten met je model. Zowel voor de shoot, zodat je afspraken kunt maken (eventueel aan de hand van een moodboard), maar zeker ook tijdens de shoot.

“Communicatie met het model is heel belangrijk”, zegt het fotografenduo Hans Toonen en Hans Wientjens. “Geef duidelijke aanwijzingen en laat gerust weten dat je model het goed doet, maar ga niet te dicht bij haar staan. Behandel haar met respect en ga vooral niet handtastelijk te werk. Dan is het gelijk gedaan met je goede naam en carrière.”

 

Styling

Tip 7. Mua(h)

Als je een model fotografeert in de studio is goede make-up belangrijk. Je wil bijvoorbeeld niet dat de huid van je model gaat glimmen op de foto. Het is daarom ideaal om gebruik te maken van een make up-artist, een zogeheten ‘mua’. Soms is het handig om een mua te zoeken die ook het haar van je model kan doen, dit is een ‘muah’.

Het is verstandig om voorafgaand aan de shootdag met een moodboard duidelijk te maken voor welke sfeer of look je wil gaan. Zo voorkom je verspilling van tijd en energie door miscommunicatie met je mua(h). Je kunt laten zien wat je zelf in gedachten had en ziet dan ook goed wat de klant bedoelt en wat je van je mua(h) verwacht.

Tip 8. Kleding

Vivian Kramer van Sugarcoated Pictures raadt studiofotografen aan om goed na te denken over de kleding van modellen. “Vraag je model bijvoorbeeld om een aantal outfits in verschillende kleuren mee te nemen en test ook kort even het effect van de kleding voor de camera.” Ook is passend ondergoed, zoals bijvoorbeeld naadloze onderbroeken, handig. “Dit scheelt je vervelend fotoshopwerk achteraf.”

Denk bij de foto’s ook na over de stijl die je wil overbrengen. “Wij gaan bij Sugarcoated voor een flinke kleurbom in onze foto’s. Dit is één van de dingen die onze foto’s zeer herkenbaar maakt. Een rode jurk voor een roze achtergrond vind ik geweldig."

Rekwisieten en muziek

Tip 9. Rekwisieten

Portretfotograaf Richard Terborg gebruikt graag rekwisieten, ofwel props, in zijn foto’s om het verhaal in beeld te versterken. “Vaak werk je in een lege studio en moet je het van de expressie en pose van het model hebben, maar die hebben niet altijd de ervaring om er meteen in te vallen. Dan kan een rekwisiet zoals een ballon of een bloem, of misschien een steampunk-setting helpen.”

Op die manier krijg je het model en de studio in de sfeer die je wil laten zien. “Het gebeurt vaak dat een model zich dan in het character in gaat leven, puur door de props en de setting. Dat werkt sneller dan het eruit proberen te praten of te dirigeren."

Tip 10. Muziek

Portretfotograaf Richard Terborg vindt dat muziek veel bepaalt in de studio. Samen met zijn team doet hij onderzoek naar de modellen. “Ik kijk bijvoorbeeld op hun sociale media en achterhaal wat hun smaak is en wat ze leuk vinden.” Hij draait vervolgens de muziek die de modellen leuk vinden in zijn studio. “Dat stelt je team en het model op hun gemak. Dit maakt het altijd iets makkelijker om een connectie te maken als je begint met shooten.”

Muziek kan ook de sfeer in de studio bepalen. “Bij een Victoriaanse shoot draai ik bijvoorbeeld Victoriaanse muziek. Dat brengt je model en het team helemaal in de sfeer van het thema van de shoot."

Instellingen

Tip 11. Standaardinstellingen 

Zorg dat je weet wat de beste standaardinstellingen voor jouw shoot zijn, zodat je daar niet te veel mee bezig hoeft te zijn tijdens de shoot zelf. Veel studiofotografen houden hun ISO laag in de studio, zetten hun sluitertijd op 1/125 en stellen hun diafragma variabel in. Als je met externe lichtbronnen aan de slag gaat, is het bovendien belangrijk dat je de witbalans van je camera goed hebt ingesteld. Dit kun je doen aan de hand van een grijskaart. Als je echt iets speciaals doet, dan is het uiteraard belangrijk dat je de instellingen ook weer los kan laten en alles opnieuw handmatig instelt.

Je verlengt de levensduur van je materiaal door er zorgzaam mee om te gaan. Controleer je apparatuur regelmatig.

Terug naar de studio