Wat zijn stops?

Je kent hem vast wel, die fotograaf die volop over fotografie praat en allerlei termen gebruikt. Zo heeft hij het ook over stops maar heb je eigenlijk geen idee waar hij het nou over heeft. Begrijpelijk, binnen de fotografie heb je zoveel termen dat het soms allemaal een beetje ingewikkeld lijkt te worden. Wil je wat meer leren over fotografie of wil je toch ook wel graag met die fotograaf meepraten dan zal je zeker wat aan deze pagina hebben. Hier leggen we uit wat stops nou precies zijn en hoe je ze kan toepassen.


Wat zijn stops?
| Welke instellingen? | In de praktijk



Wat zijn stops precies?

Met een stop wordt een verdubbeling of halvering van het licht, dat op de sensor van je camera valt, bedoelt. Je kunt het licht wat op de sensor valt aanpassen door de instellingen van de sluitertijd, diafragma en ISO omhoog of omlaag bij te stellen. Eén stapje of stop omlaag betekent een halvering van het licht. Een instelling één stop omhoog zorgt ervoor dat er een verdubbeling van het licht binnenkomt. Om het nog ingewikkelder te maken heb je naast hele stops ook nog eens 1/3e en 1/2e stops. Deze stops worden ook wel ‘tussenstops’ genoemd. Mocht dit allemaal nieuw voor je zijn dan is het misschien verstandig om alleen met hele stops te werken, dit kan je bij de instellingen van jouw camera aanpassen. Wanneer je dit op een gegeven moment onder de knie hebt kan je daarna ook met 1/2e en 1/3e stops gaan werken.

Stops zijn dus de stapjes waarmee je jouw diafragma, ISO en sluitertijd aanpast. Deze drie instellingen worden ook wel de belichtingsdriehoek genoemd, hier kun je daar meer over lezen! Door gebruik te maken van stops zijn de 3 elementen met elkaar te vergelijken, als je één element verandert betekent dit dat je een ander ook aan moet passen. Diafragma, ISO en sluitertijd hebben alle drie hun eigen waarde en getallen, deze gaan wij hieronder zo overzichtelijk mogelijk beschrijven. Het zijn namelijk een hoop cijfertjes waardoor je snel door de bomen het bos niet meer kan zien!


Bij welke instellingen maak je gebruik van stops?

Zoals je hopelijk inmiddels al weet maak je bij het instellen van de sluitertijd, ISO en diafragma gebruik van stops. Om het wat duidelijker te maken zullen we er per element uitgebreider op in gaan. Zo vind je hieronder meer informatie over het gebruiken van stops bij sluitertijd, ISO en diafragma.

Sluitertijd

Het woord sluitertijd zegt eigenlijk al letterlijk wat je er mee kan doen. Met sluitertijd kan je instellen hoelang de sluiter geopend is wanneer je een foto maakt. Hoe hoger de stop hoe langer de sluiter erover doet om te sluiten, hierdoor krijg je een foto waarop je veel beweging ziet. De stops bij de instelling van de sluitertijd zijn gelukkig redelijk overzichtelijk! Het is letterlijk een verdubbeling of halvering van de stop die je daarvoor hebt gebruikt.

 

Enkele sluitertijd stops

Stel je hebt eerst een foto gemaakt met de sluitertijd op 1/500 maar je wilt toch iets meer beweging in jouw foto. Je past de sluitertijd met 1 stop omhoog aan, hierdoor komt de sluitertijd dus op 1/250 te staan aangezien het een halvering van de snelheid is. Wanneer je de sluitertijd van 1/500 graag 1 stop omlaag wilt aanpassen, verdubbel je dus de snelheid naar 1/1000.

Lees hier meer over sluitertijd


ISO

Met het aanpassen van de ISO-waarde pas je de lichtgevoeligheid van de sensor aan, hoe hoger het ISO-getal, hoe hoger de lichtgevoeligheid van de sensor. Het gevaarlijke daarvan is dat je ruis in je foto’s krijgt wanneer je een te hoog ISO-getal gebruikt. Hierdoor is het verstandig om altijd met een zo laag mogelijke ISO-waarde foto’s te maken. Het basis getal bij ISO-waarden is 50 of 100, afhankelijk van jouw camera. Dit is tegelijk ook de laagst mogelijke stop. Ook bij het instellen van de ISO is het een verdubbeling of halvering van de ISO-waarde.

 

Enkele ISO stops

Je maakt bijvoorbeeld een foto met ISO-waarde 200 maar vindt deze toch nog iets te donker. Dan kan je jouw ISO met 1 stop verhogen, wat de ISO-waarde verdubbelt naar 400. Hierdoor neemt de lichtgevoeligheid van de sensor van je camera toe. Vind je de lichtgevoeligheid van ISO-waarde 200 toch net iets teveel, dan kan je deze met 1 stop verlagen naar 100. (halvering van het ISO-getal)

Lees hier meer over ISO


Diafragma

Met het instellen van het diafragma pas je de grootte van de lensopening aan. Het getal die het diafragma aangeeft wordt ook wel F-getal genoemd. Hoe groter de lensopening wordt hoe lager het F-getal zal zijn. Doordat de lensopening met een laag F-getal groot is kan deze meer licht opvangen. Daarnaast kan je met het diafragma er ook voor zorgen dat je meer scherptediepte hebt in jouw foto. Bij een laag F-getal zul je een onscherpe achtergrond hebben en bij een hoog F-getal is zowel de voorgrond als achtergrond helemaal scherp.

Tot nu toe denk je misschien die stops zijn allemaal best simpel maar helaas gaat het bij diafragma een stuk lastiger worden. Bij het diafragma is 1 stop namelijk niet een verdubbeling of halvering van het F-getal. Bij diafragma werkt het met de wortel van 2, dit betekent: gedeeld of vermenigvuldigd door 1.41.

 

Enkele diafragma stops

Je hebt een foto gemaakt met het diafragma op f/8 maar wilt toch wat meer scherpte in de achtergrond. Door het diafragma 1 stop te verhogen kom je op f/11 omdat 8 x 1,41 uitkomt op 11. Wanneer je juist de achtergrond wat waziger wilt hebben kan je f/8 met 1 stop verlagen naar f/5,6. Omdat 8 : 1,41 weer uitkomt op ongeveer 5,6.

Zoals je hierboven merkt is het met diafragma allemaal een stukje ingewikkelder, hopelijk hebben we het duidelijk voor je uitgelegd! Mocht je meer willen weten over diafragma, klik dan op de link hieronder.

Lees hier meer over diafragma

 

Een mooi plaatje met hele stops, altijd handig om bij je te hebben!

Hoe gaat het in de praktijk in zijn werking?

Nu je meer weet over de stops in de verschillende instellingen wil je dit natuurlijk ook in de praktijk gaan toepassen. Waar je nog rekening mee moet houden is dat de bovenstaande drie elementen allemaal met elkaar verbonden zijn. Als je bijvoorbeeld het diafragma aanpast moet je ook de ISO of sluitertijd aanpassen om jouw foto perfect te belichten. Zoals je inmiddels weet, heeft dat te maken met de belichtingsdriehoek.

Je hebt bijvoorbeeld een foto gemaakt en ziet dat deze goed belicht maar wel een beetje bewogen is, dan weet je dat je iets moet gaan aanpassen. Omdat je de foto scherper wilt hebben zet je de sluitertijd één stop sneller. Om dit te compenseren moet je wel het diafragma of je ISO één stop aanpassen. Doe je dit niet dan zul je zien dat de foto te donker zal worden! In dit geval moet je dan het diafragma één stop omlaag aanpassen, hierdoor zal de foto goed belicht zijn en dit keer niet bewogen.

 

 
Meer hulp nodig?

Lees ook deze artikelen eens: